Onderzoek naar het transformatieve karakter van voedselverbindingsplekken Den Haag
Bianca van Hooff – FoodMove. In opdracht van Foodrise EU. In samenwerking met Ons Eten
Ons Eten, Foodrise EU, Haagse Voedselraad, gemeente Den Haag, De Volkskeuken en
Universiteit Leiden hebben samen een klimaatdeal gesloten met de volgende titel:
Voedselverbindingsplekken als start voor plantaardig eten.
Doel van deze deal is meer plekken te creëren waar gezamenlijk (plantaardig) eten wordt
verbouwd, en/of gekookt en gegeten.
De aanname is dat de ervaringen op deze voedselverbindingsplekken zoals het samen koken en
eten van duurzame en gezonde voeding leiden tot meer bewustzijn over duurzaam voedsel.
Om te zien of deze aanname klopt zijn een aantal voedselverbindingsplekken en -activiteiten
onderzocht. Hieruit blijkt dat voedselverbindingsplekken aantoonbaar bijdragen aan
gedragsverandering richting een duurzamer voedselsysteem. Op deze plekken – zoals
buurtmoestuinen, aanschuiftafels en biologische markten – doen inwoners ervaring op met
gezond en duurzaam voedsel. Ze leren nieuwe vaardigheden, ontwikkelen kennis over
seizoensgebonden, lokaal en plantaardig eten en worden zich meer bewust van
voedselverspilling. Dit zijn belangrijke elementen voor klimaatvriendelijk eten. Zowel
deelnemers die bewust voor duurzaamheid kiezen als mensen die via sociale of
welzijnsinitiatieven binnenkomen, maken een ontwikkeling door richting bewuster duurzaam
omgaan met voedsel.
Uit wetenschappelijk onderzoek (COM-B-model) blijkt, dat gedragsverandering mogelijk is
wanneer drie elementen samenkomen: motivatie, capaciteiten én een omgeving die uitnodigt
tot gewenst gedrag. Voedselverbindingsplekken bieden precies die context. Door de gedeelde
waarden van gelijkwaardigheid, vertrouwen en inclusie ontstaat een laagdrempelige en veilige
sfeer waarin mensen zich welkom voelen, durven experimenteren en gaan participeren.
Activiteiten als samen koken, moestuinieren, workshops volgen en eten zorgen voor het
aantrekken van deelnemers en de benodigde ontmoetingen en kennisdeling.
Het voorbeeldgedrag, de aanwezigheid van duurzaam voedsel en de sociale verbinding op deze
plekken vergroot de betrokkenheid: mensen voelen zich onderdeel van een gemeenschap
waarin duurzaamheid ‘vanzelfsprekend’ wordt.
Op voedselverbindingsplekken (omgeving) worden de capaciteiten (kennis, vaardigheden,
sociaal netwerk) van de deelnemers vergroot, waardoor de gewenste gedragsverandering plaats
kan vinden. Voedselverbindingsplekken hebben hiermee een grote potentie voor de transitie
naar duurzaam omgaan met voedsel.
De klimaatdeal ‘Voedselverbindingsplekken als start voor plantaardig eten’ is kansrijk. Als er
meer goed ontwikkelde voedselverbindingsplekken zijn, dan is aannemelijk, dat dit invloed heeft
op het eetgedrag in Den Haag en andere positieve spin-offs, zoals een betrokken gemeenschap.
De gemeente speelt een sleutelrol in het mogelijk maken van deze ontwikkeling. Het is
belangrijk, dat de plekken duurzaam beschikbaar komen en blijven en dat er continuïteit is in de
activiteiten middels voldoende mankracht en structurele (laagdrempelige) financiering.
Essentieel voor succes zijn ook: de beschikbaarheid van betaalbaar lokaal duurzaam voedsel en
de inzet van vanuit waarden gedreven coördinatoren met ruimte voor autonomie.
Er ligt nog veel potentieel in het aantrekken van meer kwetsbare doelgroepen. Zichtbaarheid van
en bekendheid met de activiteiten van de voedselverbindingsplekken, dragen bij aan het
betrekken van de buurt en specifiek deze doelgroepen.
Naast effecten op voedselgedrag laten voedselverbindingsplekken ook bredere transformatieve
effecten zien. Ze dragen bij aan gemeenschapsvorming, versterken de sociale cohesie, de
mentale en fysieke gezondheid, duurzaamheid, inclusie en burgerparticipatie (gemeentelijke
doelstellingen). Door het ervaren van zingeving, verantwoordelijkheid en invloed op de eigen
leefomgeving hebben, raken mensen meer betrokken bij hun buurt. Zo versterken deze plekken
niet alleen het voedselsysteem, maar ook de maatschappelijke veerkracht en verbondenheid.
Klik op de afbeelding om het onderzoek te lezen:

